Verkeerde besluiten kunnen hebben namelijk grote gevolgen. Zo kan men achteraf tot de conclusie komen dat essentiële kennis en ervaring definitief verloren is gegaan. Aan de andere kant leidt het krampachtig 'binnen' houden van productie tot een slechtere concurrentiepositie, als de toelevermarkt tegen lagere kosten produceert. Tot slot kan een euro maar één maal worden geïnvesteerd, in productie of in ontwikkeling. Voor veel productieactiviteiten is op het eerste gezicht niet duidelijk of deze wel of niet in-huis uitgevoerd moeten worden. Het 'driefabrieken'-model geeft ondersteuning bij het nemen van de juiste 'make or buy' beslissingen.Het model onderscheidt drie denkbeeldige fabrieken, die ieder een andere betekenis voor de onderneming hebben, te weten:
1. De kerntechnologiefabriek
Dit is een kennisintensieve fabriek waar onderdelen worden vervaardigd die van grote invloed zijn op de prestaties van het eindproduct en daarmee op de concurrentiepositie van de onderneming.
Vaak gaat het hierbij om zeer gespecialiseerde, voor dit bedrijf unieke, kennis die men wil beschermen. In andere gevallen speelt de bescherming van kennis niet zo'n rol, maar vindt men het in huis hebben van bepaalde productiekennis noodzakelijk om het productontwerp blijvend te kunnen verbeteren. Bij kerntechnologie is productontwikkeling niet los te zien van productieontwikkeling.
2. De snelheidsfabriek
Hier worden onderdelen geproduceerd die logistiek kritisch zijn en snel geleverd moeten worden, intern of extern. Zeer korte doorlooptijden en een hoge mate van flexibiliteit zijn essentieel, ook al moet de afnemer hiervoor (relatief) veel te betalen. Snelheid heeft zijn prijs, namelijk een lage bezettingsgraad.
3. De kostenfabriek
Bij alle andere onderdelen zijn de laagste kosten doorslaggevend. Deze delen horen thuis is de kostenfabriek. Kosten zijn hier bepalend voor de keuze tussen zelf maken of uitbesteden. Voor een kostenfabriek geldt: er kan maar één de laagste kosten hebben. Is uw bedrijf dat? Zo niet, dan is uitbesteden de beste optie. De ‘do it all’ fabriek
Geen keuzes maken is de slechtste optie voor een onderneming en ook voor productie. De verschillende fabrieken hebben namelijk een fundamenteel andere focus, welke niet succesvol onder één dak is te combineren. Denk alleen maar aan de verschillende competenties, die een ideale ‘do it all’ medewerker zou moeten hebben. Ook aan de organisatie en de systemen worden andere eisen gesteld. Tot slot is er sprake van conflicterende doelstellingen, een bron voor onduidelijkheid en discussie.
Vanuit ChainlinQ hebben wij over de jaren meer dan tien bedrijven geholpen, met het driefabrieken model om strategische keuzes te maken. Daarnaast bieden wij interim support voor het uitbesteden en het zoeken van de juiste co-partners. Dat laatste als u besluit om de fabrieken niet in eigen beheer op te zetten.